Gedragsstijlen: hoe zet ik ze in bij sturing?

Ieders gedragsstijl is uniek. Mensen zijn uniek. Dat maakt sturen lastig. Inzicht in gedragsstijlen is de sleutel tot sterke communicatie en samenwerking. Met deze 4 tips breng jij met jouw gedragsstijl je team naar the next level.

Tip 1: De gedragsstijl van jezelf afstemmen met situationeel leidinggeven

Wat mij betreft is de kern van leidinggeven: het gedrag van de manager zorgt ervoor dat zijn mensen gedrag laten zien dat resultaat oplevert.

Leiderschap: de kunst om een ander iets te laten doen dat jij wilt, omdat hij het zelf wil.

(Dwight Eisenhower, Amerikaans president van 1953 tot 1961).

Je herkent het vast wel: een junior stuur je anders aan dan een senior. Ook een senior met een nieuwe taak heeft extra begeleiding nodig. Met alleen sturen op ervaring kom je er dus niet.

Situationeel leidinggeven

Bekwaamheid en bereidheid vormen samen de taakvolwassenheid. Bekijk ze echter los van elkaar. Je kent vast wel de enthousiaste starter die wel bereid is tot, maar niet bekwaam is in een taak. Een senior is bekwaam, maar heeft zijn motivatie in de loop der jaren verloren.
De verschillende niveaus van taakvolwassenheid stuur je anders aan. Deze vier stijlen vormen tezamen het model van situationeel leidinggeven van Hersey en Blanchard.

TIP 2: Ken je eigen gedragsstijl

Ik zeg altijd: je bent effectiever als je jezelf kent. Ken je jouw eigen kwaliteiten en aandachtspunten, kan je beter reageren op je omgeving.

Het DISC profiel geeft je een goed beeld van hoe je gedrag zich verhoudt ten opzichte van je medewerkers.

DISC staat voor 4 factoren:

• Dominant: hoe je reageert op problemen en uitdagingen.
• Invloed: hoe je anderen overtuigt van uw mening of zienswijze.
• Stabiliteit: hoe je reageert op het tempo van de omgeving en op veranderingen in die omgeving.
• Conformiteit: hoe je reageert op regels en procedures die opgesteld zijn door anderen.

TIP 3: Focus op wat haalbaar is

Een stijlanalyse laat zien welk gedrag zichtbaar en wat minder zichtbaar is. Naar mijn mening nog belangrijker: het laat zien waar je als leidinggevende je op moet richten bij de ontwikkeling van de gedragsstijlen. Focus je op de zichtbare stijlen of op die stijlen die je eenvoudig van onzichtbaar naar zichtbaar kan buigen. Het motiveert je en je gaat snel resultaat gaan zien!

TIP 4: Een andere gedragsstijl is goed!

Als leidinggevende moet je flexibel zijn. Niet alleen met je eigen stijl, het begrijpen van een ander vraagt ook flexibiliteit. Dat gaat niet altijd vanzelf, zeker niet als de ander ook nog eens in je allergie zit. Toch is het zo dat het loont om de ander te proberen te begrijpen. Onderzoek meer en concludeer minder!