17 oktober 2022 door Mario Bierkens | Gedrag
Mogelijk herken je het wel: je hebt tijdens de zomervakantie bepaald dat je meer wilt gaan sporten en gezonder gaan leven. En meteen na je vakantie begin je ook vol goede moed aan het realiseren van dit voornemen. Je bent, ondanks de spierpijn en het hongergevoel, trots op jezelf want je bent bezig om gezonder en slanker te worden. De effecten zijn al zichtbaar op de weegschaal en in de spiegel.
Je moet een training overslaan doordat je klantafspraak uitliep en je in een file terecht kwam. Het ritme wordt doorbroken. Ook het gezonde eten komt wat meer op de achtergrond door een aantal diners met vrienden en klanten en hierdoor vond je het moeilijk om je vast te houden aan je voornemen.
Een vriend stelt je uit interesse de vraag: en hoe gaat het met het afvallen en gezonder leven? Je voelt aan alles dat het lastig is om het eerlijke antwoord te geven. Je zou het liefst willen zeggen dat het NIET goed gaat, maar je merkt dat je begint uit te leggen waardoor het minder goed gaat dan jij zou willen. Je gaat verklaren waardoor de resultaten tot nu toe tegenvallen. Je hoopt stilletjes op het begrip van je vriend en daarmee sus je ook een beetje je persoonlijke geweten. En dan ben je aangeland op het meest cruciale moment van de gedragsverandering waarin de vraag wordt gesteld:
“Gaat hij het doen of gaat hij het niet (meer) doen?”
De kans is helaas groter dat het antwoord negatief zal zijn, want zo werkt ons brein helaas. Nadat we hebben verklaard hoe het komt dat het niet is gelukt en we merken dat het lastig is om het vol te houden vallen we vaak stil. Stil vallen leidt dan vaak tot terugvallen in oude gedragspatronen. Dit werkt niet alleen zo met persoonlijke voornemens, maar ook met zakelijke voornemens.
In mijn werk als coach van vele ondernemers hoor ik vaak mooie voornemens, zoals:
Ook zij beginnen hier met goede moed aan en helaas zie ik ook bij hen na enige tijd zand tussen de raderen komen. Ook zij gaan dan uitleggen hoe het komt dat ze er onvoldoende aan toe zijn gekomen en met een beetje pech heeft de omgeving die de verklaringen hoort hier ook begrip voor.
Bovenstaande aanpak werkt dus remmend op het realiseren van nieuw gedrag.
Wat wel bijdraagt aan dit nieuwe gedrag is: eerst de vraag te stellen aan degene die met het nieuwe gedrag aan de slag moet (beter is natuurlijk aan de slag wil) “Wil je je voornemen nog steeds realiseren?” Nadat je hierop een positieve reactie hebt ontvangen, vraag dan dus niet “hoe het komt dat het niet geslaagd is”. Maar stel voortaan als coach, partner, collega of een vriend die om een ander geeft de toekomstgerichte vraag:
“Wat ga je anders doen waardoor de kans dat het je lukt groter wordt?”
Door deze mental trigger wordt het brein geprikkeld. En kan je brein niet zomaar terugvallen op natuurlijke reflexen, zoals verklaren. Je wordt door deze vraag uitgedaagd om te laten zien wat je geleerd hebt van de eerdere negatieve ervaringen. Je gaat hierdoor in oplossingen denken in plaats van verklaringen te geven.
Als je leidinggevende bent helpt het ook om aan jouw teamlid de vraag te stellen welk rapportcijfer hij zichzelf geeft voor ….(benoem het voornemen). Stel dat de medewerker zichzelf een laag cijfer geeft stel dan de vragen:
-> Wat ga je anders doen waardoor het je de komende periode wel gaat lukken?
-> Hoe kan ik je daarbij helpen?
De volgorde van deze twee vragen is belangrijk. Stimuleer eerst dat de ander aan de slag gaat, maar laat hem ook voelen dat je als leidinggevende graag bereid bent om de ander hierin te ondersteunen. Let er daarbij wel op dat je eerst de ander activeert voordat je hulp aanbiedt, want dan blijft de kans (te) laag dat de ander zelf aan de slag gaat en in oplossingen denkt.
In de beginperiode van een actie of een nieuw voornemen is er sprake van de wittebroodsweken. Je bent zo enthousiast over de gemaakte afspraak dat je er meteen mee aan de slag gaat. Maar na enige tijd zijn de wittebroodsweken over en val je terug in oud gedrag. Het moment waarop verschilt per persoon en per onderwerp, maar je kunt er wel vanuit gaan dat dit moment tussen de 2 en 4 weken ligt. Juist dan is het van belang om niet in de verklaringen te vervallen, maar de ander te helpen weer in beweging te komen, maar dan anders.
Evalueer toekomstgericht, vraag een rapportcijfer én vraag bij een laag cijfer wat ga je anders doen waardoor de kans dat het je lukt groter wordt. Eindig met de vraag hoe kan ik je als coach helpen?
Door dit te doen help je als realisatiecoach je teamleden succesvoller door een verandering. Wil je meer weten over gedragsverandering realiseren? Download gratis de eerste 7 hoofdstukken van ons e-book Van Ambitie naar resultaat.
Ontdek de sleutels tot succesvol leiderschap, krachtige salesstrategieën, persoonlijke groei en meer! Klik hier om te worden geïnspireerd door onze verzameling artikelen.
Laat je inspireren