Tjerk is als tenniscoach al jarenlang bekend om zijn goede resultaten. Met het Davis Cup-team bereikte hij twee maal de halve finale. Tevens was hij de vaste coach van Raemon Sluiter, Martin Verkerk en Jan Siemerink. Sinds 2011 runt hij een tennisacademie waar de toptalenten van Nederland klaar worden gestoomd voor de top. Tjerk schreef het boek Wie durft? – Spagaat van een Tenniscoach.
Ik motiveer niet, ik inspireer.
Mijn spelers moeten intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren. Wat ik doe als coach is zorgen voor een inspirerende omgeving.
Je moet zelf willen Winnen met een hoofdletter W. En dat start met bereidbaarheid om hier hard voor te werken, dat moet je ergens heel groot opschrijven.
Bij de jongere spelers stel ik procesdoelen. Ik wil zien dat ze doorgaan wanneer het moeilijk wordt. Ik wil zien dat ze het iedere keer slimmer en beter doen. Ik stel doelen op mentale zaken. Kortom, ik wil vooruitgang zien in het proces. Mijn advies is om dat ook in het bedrijfsleven te doen. Als het talent erin zit komt het er uiteindelijk wel uit, je zal moeten sturen op verbetering in de stappen naar het resultaat toe: meer lange termijn dus.
Bij ervaren professionals coach ik op het resultaat van nu: hoe gaan we vandaag winnen? Daar telt dan maar 1 doel: winnen! Ook al speel je lelijk, als je maar wint (Winning Ugly).
De verleiding is te trainen op het verbeteren van je zwakke punten. Natuurlijk is een bepaalde basis nodig. Maar om te winnen moet je continu je sterktes uitbuiten. Een voorbeeld is Siemerink. Voordat ik hem ging coachen haalde hij steeds dezelfde resultaten. We hebben samen gewerkt aan zijn kracht: aanvallend tennissen.
Als je mee wilt doen, moet je vooral ontwikkelen waar je goed in bent.
Daar voel je je prettig bij en dan groeit het vertrouwen. Met vertrouwen ga je makkelijker winnen. Dat heeft zich bij Siemerink echt bewezen.
De coach moet zich aanpassen aan de mentale stemming van zijn pupil.
Als iemand optimaal in de wedstrijd zit en het mentaal ziet als een uitdaging, moet je als coach je mond houden. Dat is voor mij het moeilijkste; niks doen. Geen tip geven vanuit de zijlijn, maar de speler het spel laten spelen.
Als iemand in de cirkel ’spanning’ komt, moet je voorkomen dat hij in de ‘verkramping’ komt. Wat je dan moet doen als coach is praktische handvatten geven in de vorm van kleine tips. Hierdoor neemt het zelfvertrouwen toe.
De volgende cirkel is die van ‘woede en frustratie’. Wanneer dat gebeurt moet je als coach meteen ingrijpen. Je moet er dan boven gaan staan en de speler aanspreken. “Waar je je nu druk om maakt ligt buiten jou. Focus op datgene wat je er aan kan doen.” Vervolgens kleine tips geven.
Tot slot, als iemand in de ‘afhaakmodus’ zit, moet je duidelijk je coachee spiegelen. Wat gaat dit gedrag je opleveren? Zo komt iemand erachter dat het niets oplevert.
Ik kan me voorstellen dat dit ook opgaat in het bedrijfsleven. De fout die ik het meest heb gemaakt is mijn coaching niet aansluiten op de mentale stemming van mijn coachee.
Dan moet je het hebben van de momenten vooraf en achteraf. Vooraf moet je het met elkaar voorbereiden. Achteraf moet je het goed evalueren. Evalueer dan vooral op het proces. Een tennisser verliest namelijk dagelijks vanwege het grote aantal wedstrijden dat hij speelt.
In mijn vocabulaire bestaat er geen falen. Of je wint of je leert!
Dus ik vraag: wat steek je in je rugzak waar je de volgende wedstrijd wat aan hebt? Leren zonder vertalen naar een verbetering heeft in mijn ogen weinig zin.
Voor mij is het belangrijk om mijn spelers te vertellen dat er steeds mogelijkheden komen en dat je altijd een keuze hebt. Je moet als speler voorbereid zijn op tegenslag, dat gaat gebeuren. Het heeft geen zin om je af te vragen: “Waarom gebeurt dit mij?” Dan ga je in de slachtofferrol. Je kan beter zeggen: “Nu dit is gebeurd, hoe ga ik nu verder?”
Tennissers verliezen veel meer dan dat ze winnen. Dus het leren van verlies is een belangrijk onderdeel van hun persoonlijke leerproces.
Ik heb een hekel aan woorden als geluk of pech. Ik praat liever over kansvergroting of kansverkleining.
Een mooi voorbeeld is Tiger Woods die op een belangrijk moment een punt maakte bij het golf. Iedereen zei toen: “Dat is geluk.” Tiger Woods zei toen: “Ik heb zo vaak geoefend dat de kans op geluk groter wordt.” Daarom heb ik er een hekel aan wanneer voetballers roepen ‘dat strafschoppen niet te trainen zijn’. Natuurlijk kan je dat trainen! Want als je traint wordt de gelukskans groter. Bovendien heeft het ook een mentaal effect, namelijk: je zegt tegen jezelf: “Ik kan het wel, want ik heb het wel 100 keer geoefend.” Dat zouden we in het bedrijfsleven ook moeten doen. Meer trainen, meer oefenen. Je hebt niet alle omstandigheden in de hand. Wat je wel in de hand hebt, dat is je voorbereiding en hoe goed je oefent. Je mag jezelf nooit betrappen op het feit dat je dat niet doet. Dat kenmerkt voor mij ook de beteren, die doen dat. Voor mij gaat het dus om bereidheid. Daarmee bedoel ik bereid zijn om offers te brengen voor datgene wat je wil. Dat heeft niets te maken met talent.
Talent is beginnersgeluk… 5% heb je meegekregen, voor die overige 95% moet hard geknokt worden. Hard werken wint het van talent, totdat talent hard gaat werken.
Wat ik keer op keer ervaar is dat talenten zich het best ontwikkelen in een omgeving waar ze in contact zijn met mensen die dezelfde passie als zij hebben. Een connectie dus. Daardoor zie je dat mensen beter gaan presteren wanneer ze mensen in hun omgeving hebben met dezelfde mentaliteit en dezelfde passie. Het samen brengen van teams met dezelfde connectie en passie is daarom zeer belangrijk. Dat geldt ook voor mij als coach: ook ik moet een connectie hebben/creëren met de persoon die ik coach.
Resumerend; de tips van Tjerk Bogtstra op een rij
Ontdek de sleutels tot succesvol leiderschap, krachtige salesstrategieën, persoonlijke groei en meer! Klik hier om te worden geïnspireerd door onze verzameling artikelen.
Laat je inspireren